Samen de regie nemen in steeds betere jeugdhulp: van grote ambities naar oplossingen in de praktijk

Waar ben jij nieuwsgierig naar? Wat zou jij graag anders willen zien in de jeugdhulp? Iets waarvan je niet weet waar te beginnen, omdat de oplossing zit in de samenwerking tussen verschillende partijen in de keten? In deze masterminds gaan 6 tot 8 gedragswetenschappers en psychiaters samen met collega’s op ontdekkingstocht hoe zij hun persoonlijke ambities verder kunnen brengen. Benut elkaars ‘mind’, vertaal grote ambities naar kleine experimenten, en pak samen de regie op het bieden van steeds betere jeugdhulp voor kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen.

Herken jij je in één van de ambities en bijbehorende dilemma’s? Is dit de verandering waar ook jij in gelooft, waar je energie van krijgt, en waar je invloed op hebt in je dagelijkse praktijk als psychiater of gedragswetenschapper? Meld je dan aan en ga samen met collega’s op ontdekkingstocht.

NVO, NIP, NVvP, StroomOp en de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ) nodigen psychiaters en gedragswetenschappers (orthopedagogen/psychologen) met verschillende functies in de keten van harte uit om deel te nemen aan een serie van 4 korte online bijeenkomsten – masterminds – over het bieden van de best passende zorg voor kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen.

Wat is mastermind?

Centraal bij een mastermind staat de ambitie van de psychiater of gedragswetenschapper in de hotseat. Vanuit de hotseat geeft deze professional tijdens de eerste bijeenkomst een toelichting op zijn of haar persoonlijke ambitie en bijbehorende dilemma’s. Voor elke groep zijn we op zoek naar gelijkgestemde professionals: psychiaters en gedragswetenschappers die zich herkennen in deze ambitie en die samen met de professional in de hotseat deze ambitie verder wil brengen. Doel is om elkaars “mind” maximaal te benutten. Door vragen te stellen, door kennis en ervaring te delen, en vooral, door zelf tussen de sessies door actief te experimenteren met nieuwe ideeën of inzichten. Om daar vervolgens in de volgende sessie op te reflecteren en van te leren.Dat allemaal in vier online bijeenkomsten van max 45 min.

Een mastermind is een plek om geïnspireerd en gemotiveerd te raken om vervolgens actief te experimenteren in de praktijk en daar weer van te leren. Een plek waar professionals van hun eilandjes afstappen om over organisaties en domeinen heen te delen, experimenteren, reflecteren en leren. En zich niet tegen laten houden door de “ja, maren”, machteloosheid of moedeloosheid die sommige dilemma’s in de jeugdhulp oproepen. Als je klein begint, ben je na vier bijeenkomsten altijd verder dan diegene die er niet aan begint.

Elke mastermind-groep gaat aan de slag met een andere ambitie en bijbehorende knelpunten, zie hieronder. De verbindende factor is de drive om regie te pakken, met elkaar te leren, en steeds beter te worden in het bieden van best passende zorg voor kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen. Niet groots en meeslepend, maar in kleine stapjes waar jij als professionals invloed op hebt en energie van krijgt. 

Richt je energie op de verandering waar je in gelooft en waar jij invloed op hebt vanuit je dagelijkse praktijk.

Spelregels van een mastermind-groep:

  • Je committeert je voor vier korte bijeenkomsten.
  • Je haalt eruit, wat je erin stopt
  • Er is een vakkundige moderator aanwezig.
  • Er zit één psychiater of gedragswetenschapper in de hotseat.
  • Een groep bestaat uit niet meer dan 8 psychiaters en gedragswetenschappers die werkzaam zijn in verschillende regio’s en in verschillende functies in de jeugdhulp en jeugdbescherming.
  • Deelname is via Teams op je computer of telefoon

Voor wie?

Psychiaters en gedragswetenschappers die werkzaam zijn in de brede jeugdhulp:

  • In de toegang bij lokale teams
  • Bij Gecertificeerde Instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming of Veilig Thuis
  • In de ambulante jeugd-ggz, lvb-zorg of jeugd- en opvoedhulp
  • In de open residentiële jeugdhulp, klinische zorg, of kleinschalige woonvormen
  • Als onafhankelijke gedragswetenschapper die instemmingsverklaringen afgeeft
  • Binnen de gesloten jeugdhulp (JeugdzorgPlus en gesloten ggz) of een Justitiële Jeugdinrichting.

En psychiaters en gedragswetenschappers:

  • met een nieuwegierige open houding;
  • die de status quo in de jeugdhulp niet langer accepteren, maar regie (willen) pakken om het anders te gaan doen en samen met collega’s op zoek te gaan naar oplossingen;
  • die bereid zijn om kritisch te kijken naar hun eigen rol en om actief te gaan experimenten met nieuwe inzichten en ideeën in de praktijk.

Herken jij je in bovenstaande eigenschappen en wil jij aan de slag met één van de ambities en bijbehoren dilemma’s die hieronder staan omschreven? Geef je dan nu op voor één van onderstaande mastermind-groepen.

Welke ambities en dilemma’s?

Groep 1 – Samen onmacht verdragen en met lef, moed en creativiteit zoeken naar alternatieven voor een plaatsing in de JeugdzorgPlus. Hotseat: Suzan Terweij – Hoofd Behandeling Parlan

Groep 2 – Betere continuïteit van zorg, met een heldere lijn. Hotseat: Niels ter Huurne – Kinder- en jeugdpsychiater Pactum

Groep 3 – Voorkomen van gesloten jeugdhulp door meer effectieve inzet op de motivatie en werkrelatie van jongeren en ouders. Hotseat: Pierre Herpers – kinder- en jeugd psychiater Karakter

Groep 4 – Orthopsychiatrie: passende hulp voor jeugdigen met een combinatie van ggz en gedragsproblematiek door betere samenwerking tussen jeugdzorg en de psychiatrie. Hotseat: Danielle Mollink – Gedragswetenschapper Jeugdbescherming Overijssel

Groep 5 – Minder gesloten plaatsingen door middel van betere toetsing instemmingsverklaringen. Hotseat: Marjan van den Brink – Gedragswetenschapper Raad voor de Kinderbescherming

Groep 6 – Van rug-tegen-de-muur gevoel naar regievoering/ambassadeurschap in het aanjagen van de noodzakelijke veranderingen om uithuisplaatsingen te voorkomen. Hotseat: Sandra Kortekaas – Gedragswetenschapper Ouder- en Kindteams Amsterdam

Groep 7 – Betere samenwerking in crisissituaties zodat we ieders kracht en expertise optimaal benutten in het realiseren van tijdige en passende zorg voor jeugdigen en gezinnen in crisis. Hotseat: Jeroen Steenmeijer – Kinder- en jeugdpsychiater GGZ Centraal  

Wanneer?

 Sessie 1Sessie 2Sessie 3Sessie 4
Groep 1 Maandag 10 mei 10.00-11.00 uurMaandag 31 mei 10.00-10.45 uurMaandag 7 juni 10.00 -10.45 uur
Maandag 6 september 10.00-11.00 uur
Groep 2Dinsdag 11 mei 9.00-10.00 uurDinsdag 25 mei 9.00-9.45 uurDinsdag 8 juni 9:00-9:45 uur
Dinsdag 7 september 15.00-16.00 uur
Groep 3Dinsdag 11 mei 11.45-12.45 uurDinsdag 25 mei 11.45-12.30 uurDinsdag 8 juni 11.45-12.30 uur
Dinsdag 14 september 11.45-12.45 uur
Groep 4Vrijdag 14 mei 11.00-12.00 uurVrijdag 28 mei 11.00-11.45 uurVrijdag 11 juni 11.00-11.45 uurVrijdag 10 september 11.00-12.00 uur
Groep 5Maandag 17 mei 13.00-14.00 uurMaandag 31 mei 13.00-13.45 uurMaandag 14 juni 13.00-13.45 uur
Maandag 13 september 13.00-14.00 uur
Groep 6
Woensdag 19 mei 13.30-14.30 uur
Woensdag 2 juni 13.30-14.15 uur
Woensdag 16 juni 13.30-14.15 uur

Woensdag 1 september 13.30-14.30 uur
Groep 7Donderdag 27 mei 13.00-14.00 uurDonderdag 10 juni 13.00-13.45 uurDonderdag 24 juni 13.00-13.45 uurDonderdag 9 september 13.00-14.00 uur

Aanmelden

Je kunt je aanmelden voor één van bovenstaande groepen via het aanmeldformulier.

Indeling van de groepen vindt plaats op basis van moment van inschrijving en op functie. Je inschrijving is daarom pas definitief wanneer je van ons een bevestiging  van inschrijving ontvangt met daarin een MS-Teams-link naar de MasterMind.

Neem voor inhoudelijke vragen contact op met Marit de Jong, [email protected]. Voor andere vragen rondom registratie en organisatie kun je terecht bij Marit Kroese, [email protected].

Toelichting op de dilemma’s

Groep 1 – Samen onmacht verdragen en met lef, moed en creativiteit zoeken naar alternatieven voor een plaatsing in de JeugdzorgPlus

In de hotseat: Suzan Terweij – Hoofd Behandeling Parlan

Elk jaar worden zo’n 1600 jongeren aangemeld voor de JeugdzorgPlus. Jongeren die thuis veelvuldig weglopen, vastlopen op open groepen, of waarbij sprake is van bijvoorbeeld drugsgebruik of suïcidaal gedrag. Het is te onveilig, wordt er gezegd. Wanneer de kinderrechter een gesloten machtiging heeft afgegeven zijn JeugdzorgPlus instellingen wettelijk verplicht deze jongeren op te nemen. Ook als zij twijfelen, of een gesloten plaatsing wel passend is voor de jongere. Ik vraag me regelmatig af: “Is het werkelijk te onveilig? En gaat de JeugdzorgPlus het leven van dit kind dan duurzaam veiliger maken? Wie voelt zich hier eigenlijk onveilig? Het kind of de hulpverleners? Durf ik te zeggen: Ik ga dit kind niet opnemen, omdat dit schadelijk is voor het kind (schorsen gesloten machtiging)?” Hoe zorgen we dat de JeugdzorgPlus niet langer jongeren opneemt als zij inschatten dat een gesloten plaatsing niet passend is? En welke rol kan de JeugdzorgPlus in dat geval spelen om de betrokken hulpverleners te helpen om de onmacht te verdragen, te vertragen, en samen met lef, moed en creativiteit te zoeken naar andere oplossingen?

Groep 2 – Betere continuïteit van zorg, met een heldere lijn.

In de hotseat: Niels ter Huurne – Kinder- en jeugdpsychiater Pactum

Wanneer jongeren en hun opvoedsysteem zorg behoeven, komen ze in aanraking met een “jungle” van instanties, hulpverleners, ambtenaren, informatie, meningen en ga zo maar door. Hoe kunnen wij er voor zorgen dat dit overzichtelijk, begrijpelijk, gestroomlijnd en geïntegreerd wordt? In de praktijk vormt dit een uitdaging. Jongeren en ouders hebben vaak zorgbehoeften op verschillende vlakken (denk aan wonen, school, begeleiding/behandeling) waardoor verschillende gespecialiseerde instanties betrokken raken. Daarnaast wordt, op geleide van bevinden, de zorg op- en af-  geschaald, met wisselingen van verblijfplaats, instelling en/of zorgverleners als gevolg. Dit leidt tot hiaten in de continuïteit van zorg en vertroebeling van behandelvisie en de regie hierop (waar waren we ook al weer mee bezig?). Informatie gaat verloren. Er wordt gehandeld naar korte termijn doelen, lange termijn doelen blijven onvoldoende belicht. Ieder werkt binnen de eigen schotten, met onvoldoende integratie. Wisselingen en overplaatsingen zorgen voor breuken in (behandel)relaties, en jongeren en het systeem voelen zich als poppetjes behandeld en hebben het gevoel geen invloed te hebben op het proces. Het belang is evident, maar hoe maken we van deze “jungle” een tuin? 

Groep 3 – Voorkomen van gesloten jeugdhulp door meer effectieve inzet op de motivatie en werkrelatie van jongeren en ouders

In de hotseat: Pierre Herpers – kinder- en jeugdpsychiater Karakter

Een groot deel van de jongeren in de gesloten jeugdhulp, maar ook vaak ouders, zijn gedemoraliseerd en gedemotiveerd. Zij hebben doorgaans een lange historie van hulpverlening achter de rug die onvoldoende succesvol is geweest waardoor zij het vertrouwen in, en de motivatie voor, verdere hulpverlening verliezen. Opname in de gesloten jeugdhulp zorgt op de korte termijn voor fysieke veiligheid, maar de geslotenheid biedt geen oplossing voor de structurele problematiek die daaraan ten grondslag ligt. Wat is er nodig om in de jeugdhulp (gesloten jeugdhulp en eerder in de keten) meer effectief te werken aan het behoud van motivatie en werkrelatie van jongeren en ouders? Hoe zorgen we dat het gebrek aan motivatie niet langer wordt gezien als contra-indicatie voor hulp, maar als aanleiding voor het werken aan herstel van vertrouwen en communicatie, acceptatie en empowerment binnen het gezin?

Groep 4 – Orthopsychiatrie: passende hulp voor jeugdigen met een combinatie van ggz en gedragsproblematiek door betere samenwerking tussen jeugdzorg en de psychiatrie

In de hotseat: Danielle Mollink – Gedragswetenschapper Jeugdbescherming Overijssel

Kinderen en jongeren met een combinatie van psychiatrische stoornissen en gedragsproblematiek vallen nog regelmatig tussen wal en schip. Aanbieder jeugd- en opvoedhulp zegt: “Psychiatrie staat voorop, met deze problematiek kunnen wij niet omgaan”. En de psychiatrie zegt: “Opname in de psychiatrie is niet geïndiceerd, gedragsproblemen staan voorop, dit kind heeft een orthopedagogische setting nodig”. In  de meest schrijnende gevallen rijdt een jeugdbeschermer letterlijk rond met een jongere op de achterbank omdat hij of zij nergens terecht kan en terug naar huis ook geen optie is. Dit kan en moet anders!! Welke kleine stapjes kunnen we maken richting een betere samenwerking tussen jeugdzorg en psychiatrie voor deze kwetsbare groep kinderen en jongeren? Welke bijdrage kan de verwijzer – GI of wijkteam – hierin leveren? Hoe zorgen we dat deze partijen samen verantwoordelijkheid nemen en hun expertises combineren om te komen tot een passend aanbod van orthopsychiatrie?

Groep 5 – Minder gesloten plaatsingen door middel van betere toetsing instemmingsverklaringen

In de hotseat: Marjan van den Brink – Gedragswetenschapper Raad voor de Kinderbescherming

Onafhankelijke gekwalificeerde gedragswetenschappers spelen een belangrijke rol bij plaatsingen in de gesloten jeugdhulp. Door middel van een instemmingsverklaring adviseren zij de rechter over de noodzaak van een gesloten plaatsing. Echter, in de praktijk worden instemmingsverklaringen met regelmaat opgesteld onder hoge druk van onveiligheid, risicomijding en tijdsdruk (o.a. bij spoedplaatsingen). Veiligheid staat centraal en niet de onderliggende patronen. Is in dat geval de instemmingsverklaring een juridische waarborg of meer een formaliteit? En wat moet een instemmingsverklaring in essentie toetsen? Op welke manier kunnen we deze toetsing aanscherpen of verbeteren om het aantal plaatsingen in de gesloten jeugdhulp terug te dringen?

Groep 6 – Van rug-tegen-de-muur gevoel naar regievoering/ambassadeurschap in het aanjagen van de noodzakelijke veranderingen om uithuisplaatsingen te voorkomen

In de hotseat: Sandra Kortekaas – Gedragswetenschapper Ouder- en Kindteams Amsterdam

“Meer kinderen zo thuis mogelijk laten opgroeien” of “0 kinderen uit huis”: grote ambities die breed gedragen worden in de jeugdhulp. Alle jeugdprofessionals onderschrijven het belang van het terugdringen van het aantal uithuisplaatsingen. Tegelijk worden zij in de praktijk nog dagelijks geconfronteerd met gezinssituaties waarin zij geen andere oplossing zien dan een uithuisplaatsing. Soms omdat het te onveilig is voor een kind, maar soms ook omdat passend ambulant aanbod niet voorhanden is, omdat de tijd ontbreekt om samen met gezin en netwerk te zoeken naar alternatieve oplossingen, of omdat de financiering voor een maatwerk oplossing niet beschikbaar is. Professionals voelen de onmacht en frustratie over het feit dat deze knelpunten maar niet worden opgelost door beleidsmakers, gemeenten of overheid. Maar wat maakt dat we deze status quo accepteren en wachten op verandering van bovenaf? Waar ligt onze eigen invloed als gedragswetenschappers en psychiaters om de verandering waar we in geloven aan te jagen? Wat hebben we nodig om regie te pakken en onze ambities uit te dragen binnen en buiten onze organisatie? En hoe blijf je stevig staan als samenwerkingspartners toch nog aansturen op een uithuisplaatsing?

Groep 7 –  Betere samenwerking in crisissituaties zodat we ieders kracht en expertise optimaal benutten in het realiseren van tijdige en passende zorg voor jeugdigen en gezinnen in crisis.

In de hotseat: Jeroen Steenmeijer – Kinder- en jeugdpsychiater GGZ Centraal  

Onder druk van crisis komen professionals nog vaak tegenover elkaar te staan. Er zijn grote zorgen over de veiligheid van een kind, professionals voelen zich onmachtig en handelingsverlegen, en het ontbreekt aan onderling vertrouwen tussen professionals en instellingen. Zeker bij crisissituaties waarbij sprake is van problematiek op het snijvlak van (ortho)pedagogiek en psychiatrie ontstaat dan het risico dat de probleemsituatie doorgeschoven wordt (de jij-wij cultuur) en niemand werkelijk verantwoordelijkheid neemt voor wat het kind en gezin nodig heeft. Hoe zorgen we ervoor dat de samenwerking in crisis niet polariseert, maar het juist lukt om samen te blijven werken en elkaars expertise te erkennen en te benutten? Om de crisissituatie en de onderliggende problematiek te benaderen als een gezamenlijk probleem waarbij één van de partijen regie neemt en zich daarbij gesteund voelt door de anderen? Liggen er kansen in een betere samenwerking tussen psychiaters en gedragswetenschappers?