Kinderen en gezinnen die jeugdhulp en jeugdbescherming nodig hebben, kunnen veel steun ervaren van ‘belangrijke anderen’ uit hun familie en/of sociale netwerk. Het nog beter benutten van deze samenwerking biedt kansen voor kinderen en gezinnen en de jeugdhulpverlening. De Branches Gespecialiseerde Zorg voor de Jeugd (BGZJ) willen er hierbij voor waken ‘het samenwerken met steunfiguren’ te institutionaliseren. Zij vinden dat professionals in the lead zijn om het samenwerken met steunfiguren te versterken en te versnellen.

Dat stelt BGZJ in een brief aan staatssecretaris Blokhuis naar aanleiding van de uitvoering van de motie van der Staaij over het beter benutten van eigen kracht jeugdigen en de voortgangsrapportage van het Programma Zorg voor de Jeugd.

Steunfiguren zijn er al

De BGZJ ziet  dat er in de vele politieke aandacht voor het onderwerp samenwerken met steunfiguren steeds het perspectief van de hulpverlening doorklinkt als een ‘nieuwe’ interventie in het systeem van zorg voor de jeugd. Informele steunfiguren maken echter al deel uit van het gewone leven van een jongere en ouders. Het zijn voor hen belangrijke personen (vriend, tante, oom, zus, opa leraar of coach) die willen dat het goed met de jongere en het gezin gaat. De uitdaging voor de komende jaren is vooral ervoor te zorgen dat jeugdhulpprofessionals open staan voor het belang van deze betekenisvolle andere en in gelijkwaardigheid met hen leren samenwerken.

Vele vormen van netwerksamenwerking

Professionals hanteren in hun werk als hulpverlener altijd het uitgangspunt dat kinderen en hun ouders zoveel mogelijk zelf de regie houden. Door de eigen kracht van het gezin te versterken, is de impact van de formele hulp immers groter en het resultaat voor de jongere en het gezin duurzamer. Samenwerken met het netwerk rondom een jongere is dan ook opgenomen in de richtlijnen voor jeugdhulp. Het gaat daarbij altijd om maatwerk, passend bij de wensen en hulpvragen van ouders en kind. Die kunnen zeer verschillend zijn, gezien de aard en ernst van een beperking of stoornis, de relatie tussen ouder en kind en de problemen die het kind en de ouders op verschillende leefgebieden (thuis, school, werk) hebben. Inmiddels bestaan er in de jeugdhulp vele vormen van samenwerking met (steunfiguren in) het netwerk van een jongere.

Expertmeeting

Om het samenwerken met steunfiguren te versnellen en te versterken pleit BGZJ ervoor dat professionals, zorgaanbieders en gemeenten samen één gedeelde visie ontwikkelen. Daarbij moet aandacht zijn voor de verschillende knelpunten die er nog bestaan ten aanzien van privacy, (financiële) ruimte voor training & opleiding van professionals. Binnenkort organiseert BGZJ daarom samen met de beroepsverenigingen een eerste expertmeeting waar de kansen en dilemma’s rondom het samenwerken met steunfiguren worden uitgediept. Ook komen de verschillende ervaringen uit in de gehandicaptenzorg, jeugdggz, verslavingszorg, jeugd- en opvoedhulp en jeugdbescherming aan bod. Professionals uit de achterban, organisaties als stichting JIM ,RACT Nederland, en Het vergeten kind ontvangen hiervoor een uitnodiging. Uiteraard betrekt BGZJ jongeren, ervaren steunfiguren en ouders bij deze bijeenkomsten.

Lees meer in de brief aan staatssecretaris Blokhuis