Medio juni stuurde minister Hugo de Jonge de brief naar de Tweede Kamer waarin hij jaarlijks 26 miljoen euro beschikbaar stelt voor de realisatie van expertisecentra voor jongeren met complexe problematiek. Dat is goed nieuws voor de jongeren, gezinnen en professionals, die zich de afgelopen jaren met hun problemen en hun werk vaak ‘verknipt’ voelden in het zorgsysteem. Om deze positieve impuls daadwerkelijk te laten slagen geven we de minister en de bovenregio’s mee dat bovenregionale expertisecentra het tij alleen kunnen keren als er écht wordt geïnvesteerd in inhoudelijke expertisenetwerken, zoals K-EET, en in de mensen die de hulp verlenen. Als professionals – ook ervaringsdeskundigen – over de domein-en organisatiegrenzen heen, daadwerkelijk de ruimte krijgen om samen te werken met het netwerk van kinderen en ouders aan betere jeugdhulp voor snellere, betere en effectievere hulp. En als de aangewezen bovenregio’s de administratieve procedures echt in dienst stellen van deze doelstellingen.

Geleerde lessen voor gezond opgroeien en gezond zorg verlenen

Het afgelopen jaar zijn wij – soms als initiatiefnemers, soms als kartrekkers – nadrukkelijker betrokken bij hulp aan kinderen en  jongeren met complexe problemen. O.a. bij K-EET (landelijke ketenaanpak eetstoornissen bij kinderen en jongeren),  StroomOP (beweging voor een andere Jeugdzorg Plus), Ketenbreed Leren (leren van casuïstiek) en ‘Ik laat je niet alleen’ (lerend netwerk van onderzoekers en ambassadeurs uit de jeugdzorgplus om gedwongen afzonderen te verminderen). Onze belangrijkste lessen om te zorgen dat kwetsbare kinderen en jongeren en hun ouders zo gezond als mogelijk opgroeien en deelnemen aan onze samenleving:

  • We hebben als professionals een belangrijke verantwoordelijkheid om onze kennis en expertise vanuit verschillende domeinen samen te brengen, doelgericht in te zetten en van elkaar te leren en samen te werken om kinderen, jongeren en hun ouders eerder en beter te helpen en de schadelijke effecten van niet-effectieve jeugdhulp te voorkomen;
  • Als we vanuit de inhoud kunnen sturen, niet klem komen te zitten tussen uiteenlopende organisatorische, financiële, en politieke belangen, boeken we betere resultaten voor de kinderen en jongeren, en neemt  voldoening en plezier in ons werk exponentieel toe.

In het organiseren en faciliteren van inhoudelijke expertisenetwerken rondom kinderen, jongeren en de mensen in hun omgeving ligt de sleutel naar betaalbare jeugdhulp op een veel hoger plan.

Kennis en vaardigheden fluïde samenbrengen in bovenregionale expertisenetwerken

Het realiseren van expertisecentra vereist draagvlak, van ouders en kinderen die zoeken naar passende hulp, van leden van de Tweede Kamer die het afgelopen jaar uiterst kritisch waren richting de minister en ‘het veld’, van gemeenten, waarvan sommigen voelen dat er iets ‘afgepakt’ wordt en van een veld van jeugdhulp dat met beperkte middelen doet wat ze kan. Het gevaar schuilt erin dat met de expertisecentra een organisatie wordt toegevoegd met muren, indicatie-orgaan en mandaten, een nieuwe valkuil in het proces van specialiseren, opschalen en controleren. We zien in de brief verhaallijnen die het oude verhaal herhalen, maar we zien ook hoopvolle lijnen naar nieuwe verhalen. Zo geeft de minister aan dat de centra ingericht moeten worden als netwerken. Als het lukt om kennis en vaardigheden fluïde samen te brengen in bovenregionale expertisenetwerken voor en met jongeren, ouders, zorgprofessionals, ervaringsdeskundigen, wetenschap, gemeenten, onderwijs etc. dan is de kans op ‘leren en verbeteren’ en steeds minder kinderen in complexe probleemsituaties het grootst. Zorg en ondersteuning worden beter en betaalbaar.

Onze bijdrage

Vanuit onze betrokkenheid en drive en vanuit het besef dat we dankzij het amendement Westerveld/Klaver op het kantelpunt staan om dat te bereiken, willen we dit meegeven aan het gesprek dat gevoerd gaat worden in de Tweede Kamer en in het  jeugdhulpveld:

  • Zorg voor een goede en directe verbinding met inhoudelijk deskundigen bij de vormgeving van netwerken. In de vorm van een inhoudelijk boegbeeld in de regio, of een groep van inhoudelijke ‘trekkers’ op een specifiek thema.
  • Denk in het gesprek niet vanuit ‘stenen’ en structuren maar vanuit de inhoud. Verwoord de stip op de horizon (bijvoorbeeld, we willen ooit 0 uithuisplaatsingen), bedenk met elkaar wat op kortere en langere termijn bereikt moet worden, bied sturingsruimte aan de degenen die het werk doen en bevorder en stimuleer hun samenwerking zodat aan die gezamenlijk geformuleerde doelen gewerkt kan worden.

Maar liefst 75% van de psychische problemen begint voor het 25e levensjaar, mentale gezondheid onder jongeren is volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie de grootste publieke gezondheidsuitdaging van het moment. Elke vertraging van effectieve preventie en hulp heeft langdurige, ernstige en kostbare gevolgen. De jongeren waar het hier over gaat verwoorden hun gevoelens vaak als ‘verknipt’ of ‘in de knoop’. Ouders en zorgprofessionals gebruiken dezelfde woorden voor het zorgsysteem. Dat door financieringssystemen met de bijbehorende regelgeving, maar ook door – weliswaar waardevolle – specialisering verknipt is geraakt. Gezinnen en goed bedoelde jeugdhulp raken er door in de knoop. Dit is op persoonlijk én maatschappelijk niveau pijnlijk.

We hebben nu de kans om met de jeugdhulp de ontwikkelstap te zetten van een verknipt systeem naar effectieve netwerken waarin de bestaande kennis vanuit de wetenschap, ervaring van gezinnen én ervaring van professionals samen wordt gebracht. Netwerken waarin kokers plaatsmaken voor knopen waarin expertise samenkomt en snel verbonden kan worden aan  dat éne gezin met een specifieke mix van hulpvragen. Laten we voor grote doelen gaan voor kinderen en gezinnen, duurzaam vooruit in kleine stappen, steeds beter, van verknipt naar verknoopt.

Deze blog is ook in Skipr gepubliceerd.